Friday, January 1, 2010

Subway to the Country (1969) – 7.5


Van zijn vier albums is David Ackles’ Subway the Country al met al het minst bevredigend – waarbij meteen zij aangetekend dat ook het minste album van deze songwriter het luisteren waard is. Wellicht was het de druk om na het debuut snel met een opvolger te komen, maar de liedjes op dit tweede album hebben niet de consistente kwaliteit die de andere drie platen kenmerkt. Vooral het lome Woman River en het rauwe Main Line Saloon zijn zeldzame dieptepunten in zijn oeuvre.


Gelukkig maken de hoogtepunten veel, zo niet alles goed. Candy Man is tegelijk het tragische verhaal van een getraumatiseerde soldaat, een politiek statement over de oorlog, en een zwartkomische vertelling. En Inmates of the Insitution is behalve onbegrijpelijk op het tekstuele niveau, ook een tour-de-force van wild opzwepende, Dylaneske folkrock. En in het titellied, later gecoverd door Harry Belafonte, weerklinkt Ackles’ liefde voor het platteland, alsook zijn poëtische en subtiele teksten. ‘New York is a town too big for children,’ zingt hij, ‘where there is so much dirt, they think that snow is grey.’ Maar de lichte toon maskeert een weinig hoopvolle boodschap. Ackles vervolgt: ‘And you have to watch their childhood waste away. Hey we have got to find a subway to the country, or anywhere.’


Tel daarbij op de meeslepende ballade Out on the Road – waarop Ackles zijn stem uit de bocht laat vliegen zoals alleen hij dat kan – en de gevangeniscountry van Cabin on the Mountain, en het resultaat is een album dat, als geheel, Ackles’ vakmanschap waardig is. Geen onomstreden meesterwerk ditmaal, maar een album van wisselend niveau dat door een aantal schitterende liedjes niet mag ontbreken in de platenkast van iedere liefhebber van intelligente singer-songwriters.

No comments:

Post a Comment