Friday, January 1, 2010

David Ackles (1968) - 9

David Ackles’ debuutalbum is allesbehalve een schoorvoetende eerste stap in de muziekwereld. Hier is een volwassen singer-songwriter, die zowel muzikaal als poëtisch voor weinig collega’s hoeft te buigen.

Het eerste nummer, Road to Cairo, is meteen een voltreffer – en een passende voorbode voor de rest van zijn oeuvre. Het is het gepijnigde relaas van een vagebond die na jaren zijn gezin in Cairo, Illinois weer op wil zoeken. Uiteindelijk reist hij ongedaner zake zijn verloren thuis voorbij, uit schaamte om zijn vertrek, en angst voor het welkom dat hem wacht. De uitzinnige instrumentale climax klinkt als een ontspoorde auto die, voortgedreven door een losgeslagen gitaar, orgel en bas, met tweehonderd kilometer per uur op een ravijn afstevent. Het is een even verontrustend als zelfverzekerd voorspel.


Op de rest van David Ackles houdt hij dit niveau schijnbaar moeiteloos vast. Uit alles blijkt zijn veelzijdige vakmanschap. Behalve de wilde trip van Road to Cairo, brengt hij ook een onbeschaamd optimistische ballad (What a Happy Day), de nostalgie van Down River en When Love is Gone, en de romantische anti-oorlogslyriek van Lotus man:


In the dawn, listening to the distant drums,
And the distant cannon firing,
We'll be gone long before the battle comes,
Just the thought of war is tiring.


Maar Ackles is geen romanticus zoals het woord zo kort na de blijmoedige Summer of Love begrepen werd. Altijd is er een duistere onderstroom die zijn vertellers de diepte intrekt. ‘The world is full of lovers’, zingt hij in Blue Ribbons, om vervolgens de luisteraar abrupt uit zijn romantische droom wakker te schudden, ‘Loving hate and only loving others of their kind’. Het is deze durf om donkere noten aan te slaan, in combinatie met zijn grote vakmanschap als schrijver en muzikant, die Ackles tot een van de allergrootsten maakt – en zijn debuut is een uitstekend beginpunt voor een ontdekkingsreis door zijn rijke oeuvre.

No comments:

Post a Comment